Als student Geschiedenis mocht ik me eens een semester lang verdiepen in de geschiedenis van het geweldloos verzet.
Ik leerde over de Quakers, die militaire dienst weigerden. Over Gandhi, die eerst in Zuid-Afrika en later in India een geweldloze strijd aanbond tegen de Britse kolonisator. Over Martin Luther King, die zich vreedzaam verzette tegen racisme.
Over de effectiviteit van geweldloos verzet kun je eindeloos debatteren (een eindeloos debat is sowieso wel een goede omschrijving van de studie Geschiedenis😉). Neem Zuid-Afrika: je kunt betogen dat de anti-apartheidsbeweging waaraan Nelson Mandela leiding gaf, en die duidelijk niet geweldloos was, uiteindelijk effectiever was dan Gandhi's ongewapende strijd. En een verhaal over de strijd tegen racisme in Amerika is niet compleet zonder een hoofdstuk over Malcolm X.
Hoewel geweldloos verzet dus niet per definitie de enige of effectiefste vorm van verzet is, blijven de Quakers, Gandhi en King voor sommige demonstranten een bron van inspiratie. De klimaatdemonstranten van Extinction Rebellion staan bijvoorbeeld duidelijk in die geweldloze traditie. Passief en met alle spieren zo slap mogelijk laten ze zich wegvoeren door de politie als die een snelwegblokkade komt opbreken: ze werken niet mee, maar verzetten zich evenmin. Extinction Rebellion organiseert aan de lopende band cursussen over geweldloos verzet, de beweging spreekt zich erover uit in interviews, geweldloosheid is zelfs opgenomen in de grondbeginselen.
Dat maakt een column van Ronald Plasterk die ik afgelopen week las zo vals. Hij schrijft over Extinction Rebellion: ‘Gemiddeld zullen de aanhangers van de klimaatbeweging geen geweld tegen personen plegen, maar dat gold destijds voor de doorsnee leden van de Vereniging Milieu-Offensief ook, alleen nét niet voor Volkert van der G., en je hoeft er maar één te hebben.’
In een simpele pennenstreek wordt een politieke moord door een klimaatdemonstrant gesuggereerd, waarna de column online gelauwerd werd door onder meer Maxime Verhagen en Maarten Keulemans.
De column is zo vals omdat het voor de klimaatdemonstranten vrijwel onmogelijk is om zich ertegen te verweren. Hebben ze al geweld gebruikt? Welnee. Heeft de beweging überhaupt opgeroepen tot geweld? Evenmin. Zijn er politici bedreigd of vermoord door de klimaatbeweging? Absoluut niet. Maar, zo redeneert Plasterk: wat als het wel gebeurt? ‘Want je hoeft er maar één te hebben.’ Ja, ammehoela.
Het is zo vals, omdat – als Plasterk zich echt zorgen zou maken over gewelddadig verzet – de voorbeelden voor het oprapen liggen. De boerenprotesten waren bijvoorbeeld expliciet niet geweldloos. Farmers Defence Force riep op tot het persoonlijk aanpakken van CDA-statenleden, provinciehuizen werden ingebeukt, ministers werden thuis opgewacht. Er is zelfs een man veroordeeld voor zijn gewelddadige gedrag voor het huis van minister Van der Wal. Niet in een fictief wat-als-scenario, maar gewoon in de echte wereld.
Ook andere protestbewegingen zetten hun eisen met geweld kracht bij. De Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid noemt onder meer jihadisten, extreem-rechts en ‘mensen die de overheid niet meer vertrouwen’. Wie niet genoemd worden? Juist: Extinction Rebellion.
Op de klimaatdemonstranten is van alles aan te merken. Je kunt een inhoudelijk debat voeren over de miljardensubsidies die de beweging aan de fossiele industrie toeschrijft (daar lijken wel erg veel bedragen op een hoop gegooid te worden), maar dat is iets voor een andere keer.
Maar een beweging die zich zó expliciet inzet voor geweldloos verzet alsnog een politieke moord in de schoenen schuiven, op basis van een wat-als-scenario waarvoor geen enkele grond bestaat, terwijl de voorbeelden van daadwerkelijk gewelddadige protesten voor het oprapen liggen, is ronduit vals. Wat als iemand na het lezen van Plasterks column besluit om een paar klimaatdemonstranten een kopje kleiner te maken? Niet dat ik daar enig bewijs voor heb. Maar je hoeft er maar één te hebben.
Veel wijsheid toegewenst deze week, |